onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied (Gezondheidsbevorderaar) Adviseert en instrueert over preventie (Gezondheidsbevorderaar) Draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager (Zorgverlener) Voert zorg-/begeleidingsactiviteiten uit (Zorgverlener) Voert verpleegtechnische handelingen uit (Zorgverlener) Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk (Communicator) Stemt de zorgverlening af met de zorgvrager en betrokkenen (Organisator) Reageert op onvoorziene en crisissituaties (Organisator);